Update: op 27 oktober heeft de Tweede Kamer ingestemd met het Belastingplan 2024. Hierbij heeft de Kamer besloten om de 30%-regeling te versoberen. De eerste 20 maanden mag nog steeds 30% van het loon van de expat onbelast worden uitbetaald. De daaropvolgende 20 maanden mag nog maar 20% onbelast worden vergoed en de laatste 20 maanden nog maar 10%. Een werknemer die uiterlijk in het laatste tijdvak van 2023 de 30%-regeling toepast, mag de oude regeling blijven toepassen gedurende het restant van de looptijd van (meestal) vijf jaar.
Naast deze versobering wordt ook de partiële buitenlandse belastingplicht afgeschaft. Hiervoor geldt wel een overgangsregeling voor werknemers die vóór 31 december 2023 al van de 30%-regeling gebruik maken. Deze groep werknemers kan de 30%-regeling nog tot en met 2026 blijven toepassen. Werknemers die na 1 januari 2024 vanuit het buitenland worden verworven kunnen dus geen gebruik meer maken van de partiële buitenlandse belastingplicht. Zij moeten daardoor over hun buitenlandse inkomsten uit aanmerkelijk belang (box 2) en sparen en beleggen (box 3) ook in Nederland belasting betalen.
Vanaf 2024 is de 30%-regeling nog uitsluitend fiscaal gericht vrijgesteld als die niet meer bedraagt dan 30% van de Balkenende-norm. Die norm bedraagt voor 2023 € 223.000. De maximale gerichte vrijstelling bedraagt € 66.900. De voorgestelde aanpassing heeft geen gevolgen voor het vergoeden van internationale schoolgelden. Dit mag de werkgever belastingvrij aan de werkgever blijven vergoeden bovenop de 30%-vergoeding.
30%-regeling of ET-kosten
In het Belastingplan 2023 wordt benadrukt om onder de huidige wetgeving te kiezen voor óf de toepassing van de 30%-regeling óf de vergoeding van de werkelijke extraterritoriale kosten (ET-kosten), zo nodig per loontijdvak. Vanaf 1 januari 2023 kiest de werkgever per kalenderjaar of de 30%-regeling wordt toegepast of dat de ET-kosten worden vergoed. Deze keuze wordt in het eerste loontijdvak van ieder kalenderjaar gemaakt en geldt dan voor het gehele kalenderjaar. Per kalenderjaar kan dus iedere keer anders worden gekozen. Als de 30%-beschikking is aangevraagd binnen de vier maanden na de aanvang van de tewerkstelling, dan moet de keuze worden gemaakt in het loontijdvak waarin de termijn van de vier maanden na de tewerkstelling afloopt. Deze voorgestelde regeling geldt voor zowel de inkomende (expats) als uitgezonden werknemers.
Overgangsrecht
Er geldt een overgangsregeling van twee jaar voor ingekomen werknemers bij wie de 30%-regeling over het laatste loontijdvak van 2022 is toegepast. Voor deze werknemers geldt de aftopping van de 30%-regeling pas vanaf 1 januari 2026.
Als werkgever staat u het volgende te doen:
- Pas het addendum op de arbeidsovereenkomst aan als niet meer dan de maximaal gerichte vrijstelling wordt betaald.
- Keuze van werkgever/werknemer vastleggen of de 30%-regeling wordt aangevraagd en toegepast of dat de werkelijke ET-kosten zullen worden vergoed.