9 Aandachtspunten voor de btw-aangifte voor het laatste tijdvak van 2023
1. Correctie btw bij onttrekkingen voor eigen verbruik en privégebruik
2. Correctie btw voor het privégebruik auto
3. Personeelsverstrekkingen
4. Btw-belaste verhuur
5. Is er onroerend goed verkocht?
6. Gewijzigde activiteiten
7. Aanschaf investeringsgoederen
8. Gebruik de juiste pro-rata
9. Margeregeling
1. Correctie btw bij onttrekkingen voor eigen verbruik en privégebruik
De Belastingdienst publiceert ieder jaar normbedragen voor het privégedeelte van de kosten van energie en water en van het eigen gebruik van agrarische producten. In de laatste btw-aangifte over 2023 moet hiervoor een btw-correctie worden gemaakt. In de landbouwnormen 2023 wordt aangegeven welke prijs (exclusief btw) per product gehanteerd moet worden en waarover aan het einde van het boekjaar de btw-correctie moet worden berekend. Deze bedragen gelden ook voor mkb-ondernemers. Geef een btw-correctie aan bij vraag 1d. Zie de bedragen in de landbouwnormen
2. Correctie btw voor het privégebruik auto
Over het privégebruik van een auto van de zaak moet u btw betalen. Bij het ontbreken van een kilometeradministratie en bij het ontbreken van een zakelijke vergoeding wordt de verschuldigde btw forfaitair gesteld op 2,7%van de cataloguswaarde van de auto (inclusief btw en BPM).
Geef aan het einde van het boekjaar de correctie voor de auto op basis van het forfait aan bij vraag 1d van de btw-aangifte. Als bij de aanschaf van de auto geen btw in aftrek is gebracht – bijvoorbeeld omdat de auto onder de margeregeling is gekocht of vanuit privévermogen in de onderneming is ingebracht – geldt een forfaitaire bijtelling van 1,5%. Het forfait van 1,5% geldt ook op auto’s die de ondernemer of werkgever nog in gebruik heeft na afloop van het vierde jaar, volgend op het jaar waarin hij de auto is gaan gebruiken. Als er een kilometeradministratie is bijgehouden dan wordt de correctie voor de btw vanwege het privégebruik gesteld op de uitkomst van de volgende som: privékilometers/totale kilometers x in aftrek gebrachte btw op onderhoud en gebruik.
Geef deze correctie aan bij vraag 1d van de btw-aangifte.
Enkele aandachtspunten bij de btw-correctie voor het privégebruik van een auto:
- Woon-werkverkeer is voor de btw privégebruik. Als het woon-werkverkeer het enige privégebruik is van de auto, is het voor het vaststellen van de verschuldigde btw niet nodig om een sluitende kilometeradministratie bij te houden. Daarbij mag worden uitgegaan van een vast aantal van 214 werkdagen per jaar.
- Anders dan voor de inkomstenbelasting/loonheffing bestaat voor de btw geen bijzondere regeling voor elektrische auto’s en auto’s die ouder zijn dan 15 jaar.
- De correctie is ook van toepassing op bestelauto’s.
- Als een eigen bijdrage wordt betaald voor het privégebruik van de auto moet dat worden aangegeven bij vraag 1a van de btw-aangifte.
3. Personeelsverstrekkingen
Btw op kosten voor personeelsverstrekkingen of relatiegeschenken mogen in beginsel in aftrek worden gebracht. Hierbij gaat het om bijvoorbeeld kerstpakketten, koffie, goodiebags, etc. Deze verstrekkingen kunnen niet oneindig worden uitgevoerd (met behoud van aftrek van btw). Er geldt een jaarlijkse grens van 227 euro (exclusief btw) per werknemer/relatie. Controleer of de onderneming deze grens heeft overschreden. Houd in de administratie altijd een berekening voor de BUA bij. Als deze grens is overschreden, is het verplicht om een correctie te maken in de laatste btw-aangifte van het boekjaar.
4. Btw-belaste verhuur
De verhuur van onroerend goed is in beginsel een vrijgestelde prestatie voor de btw. Partijen kunnen echter een btw-belaste verhuur overeenkomen. Dit wordt vaak gedaan, zodat de verhuurder de btw op kosten met betrekking tot het onroerende goed in aftrek kan brengen. Om een btw-belaste verhuur toe te passen, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen. Eén van deze voorwaarden is dat de huurder het onroerend goed heeft gebruikt voor activiteiten waarvoor 90% (of meer) recht op aftrek van btw ontstaat. Als verhuurder moet u aan het eind van het boekjaar bij uw huurder nagaan of dit het geval is. Het kan nodig zijn om correcties of aanpassingen in de laatste btw-aangifte over het boekjaar te doen.
5. Is er onroerend goed verkocht?
Hebben partijen voor belaste levering gekozen? Dan moet de afnemer de onroerende zaak zowel in het boekjaar van levering als in het daaropvolgende jaar (de zogeheten referentieperiode) gebruiken voor 90% of meer activiteiten waarvoor recht op aftrek bestaat. Belangrijk is dat de afnemer aan de leverancier van de onroerende zaak een verklaring moet afgeven dat hij (de afnemer) voldoet aan het hiervoor genoemde 90%-criterium.
6. Gewijzigde activiteiten
Maakt u kosten met de verwachting dat deze worden gemaakt om btw-belaste activiteiten te verrichten? Dan kan de btw in beginsel direct in aftrek worden gebracht. Wel moeten worden gecontroleerd of deze kosten ook echt voor btw-belaste activiteiten zijn gebruikt. Als deze controle nog niet eerder is uitgevoerd, dan moet u dit in ieder geval doen in de laatste btw-aangifte van het boekjaar. Blijkt dat de betreffende kosten voor btw-vrijgestelde activiteiten zijn gemaakt? Dan moet u een correctie aanbrengen.
7. Aanschaf investeringsgoederen
Voor investeringsgoederen geldt na afloop van het boekjaar van ingebruikname nog een aanvullende herzieningsperiode. Voor roerende goederen is dit vier jaar en voor onroerende goederen negen jaar. In de laatste btw-aangifte van het boekjaar moet worden beoordeeld of het gebruik van de investeringsgoederen in dat boekjaar is gewijzigd. Als dat het geval is, moet u nagaan of en hoe hoog de correctie zal zijn.
8. Gebruik de juiste pro-rata
Bij het verrichten van zowel btw-belaste als btw-vrijgestelde activiteiten, kan de btw op algemene kosten overeenkomstig de verhouding tussen beide activiteiten in aftrek worden gebracht. Deze verhouding wordt de ‘pro-rata’ genoemd. In de laatste btw-aangifte van het boekjaar moet worden beoordeeld of de juiste pro-rata is toegepast. Worden er afwijkingen geconstateerd, dan moet u dit corrigeren in de laatste btw-aangifte van het boekjaar. Beoordeel dan ook of u van de pro-rataverhouding wil afwijken.
9. Margeregeling
Past u globalisering binnen de margeregeling toe en blijkt dat u op jaarbasis teveel btw hebt betaald of zelfs een negatieve jaarwinstmarge hebt? Dan kunt u de te veel betaalde btw op verzoek (schriftelijk) terugkrijgen van de Belastingdienst. Het teveel betaalde bedrag stelt de Belastingdienst bij beschikking vast. Ook het bedrag van de negatieve jaarmarge wordt op schriftelijk verzoek bij beschikking vastgesteld. U kunt de vastgestelde negatieve marge in de eerste tijdvakaangifte van het volgende jaar in aanmerking nemen.
De wet- en regelgeving rondom btw is complex en sterk aan verandering onderhevig. Laat u daarom goed adviseren. Zo voorkomt u onaangename verassingen en profiteert u van een optimale btw-positie. Ons team van specialisten staat graag voor u klaar. Heeft u vragen over de btw-aangifte voor het laatste tijdvak van 2023? Neem dan contact met ons op.