Blog

10 fiscale tips waar u in 2023 nog van kunt profiteren

Op Prinsjesdag werden in het Belastingplan 2024 alle fiscale plannen gepresenteerd. De Tweede Kamer heeft de plannen goedgekeurd, maar bracht eind oktober nog wel flinke wijzigingen aan. In het Belastingplan worden maatregelen genoemd die vanaf 2024 gaan veranderen of worden afgeschaft. Hieronder vindt u een overzicht van 10 fiscale tips die u dit jaar nog kunt inzetten. Daarnaast zijn er ook zaken die u fiscaal gezien juist beter nog even kunt uitstellen tot 1 januari 2024.

1. Dividend uitkeren in 2023 of 2024?

Vanaf 2024 veranderen de belastingtarieven in de inkomstenbelasting. Hierdoor kan het voordeliger zijn om dit jaar nog dividend aan aandeelhouders uit te keren. Vanaf 2024 gelden er namelijk twee belastingtarieven. Voor een dividend tot € 67.000 per persoon (bij fiscale partners in totaal € 134.000) ligt het tarief op 24,5%. Daarboven stijgt het tarief naar 33%. Tot 31 december 2023 is het tarief nog 26,9%.

Kortom: voor kleinere dividenduitkeringen kan het voordelig zijn om uitkeringen uit te stellen naar 2024. Voor grotere dividenduitkeringen is het juist voordelig dit nog in 2023 te doen.

2. Wet excessief lenen: welke schulden heeft u aan de bv?

Op 1 januari 2023 trad de Wet excessief lenen in werking. Leent u als DGA meer dan € 700.000 van de bv? Dan betaalt u hier belasting in box 2 over. Het eerste peilmoment ligt op 31 december 2023. Voor 2024 wordt de grens van € 700.000 verlaagd naar € 500.000.

Heeft u schulden aan uw bv die hoger zijn dan € 700.000? Dan kunt u met de gevolgen van deze wet te maken krijgen. Alle civielrechtelijke schuldverhoudingen en verplichtingen tellen mee, zoals rekening-courantschulden en overige leningen. Een uitzondering geldt voor leningen voor de eigen woning. Ook indirecte schulden tellen mee. Denk hierbij aan schulden van fiscale partners, (groot)ouders of (klein)kinderen. Voor eigenwoningschulden van de DGA aan de bv geldt een uitzondering. Deze tellen onder voorwaarden niet mee voor deze regeling.

Tip: mogelijk is het verstandig om vóór 31 december 2023 deze vorderingen en schulden officieel met elkaar te verrekenen.

Lees ons eerdere artikel over de Wet excessief lenen.

3. Lagere energie-investeringsaftrek

Bent u van plan energiezuinig te investeren? Doe dit dan nog dit jaar. U heeft mogelijk recht op de energie-investeringsaftrek (EIA). De EIA wordt in 2024 namelijk verlaagd van 45,5% naar 40%. Houd daarbij wel rekening met de gevolgen, zoals de invloed op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek en de hoogte van uw winst.

Om de EIA te kunnen aanvragen is het voldoende om de investeringsverplichting, zoals een offerte of opdrachtbevestiging, aan te gaan. Het voordeel wordt in de aangifte vennootschapsbelasting verwerkt. Om dit voordeel te kunnen claimen moet het bedrijfsmiddel wel (gedeeltelijk) zijn betaald. Gaat u de investeringsverplichting in 2023 aan, maar betaalt u pas in 2024? Dan ontvangt u wel 45,5% aan EIA. Dit wordt in de aangifte vennootschapsbelasting 2024 geclaimd.

Let op: een EIA moet binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting worden aangevraagd.

4. Einde jubelton voor de eigen woning

De schenkingsvrijstelling voor de eigen woning, ook wel jubelton genoemd, vervalt definitief per 1 januari 2024. U kunt nog tot eind 2023 belastingvrij een bedrag van ongeveer € 29.000 schenken voor bijvoorbeeld de aankoop van een eigen woning of de aflossing van de hypotheekschuld. Vanaf 2024 kunt u alleen nog eenmalig het bedrag van € 28.000 belastingvrij aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar schenken.

Heeft u in 2021 of 2022 al een bedrag geschonken voor de eigen woning, maar was dit minder dan de toen geldende grens van ongeveer € 106.000? Dan kunt u deze eerdere schenking in 2023 nog aanvullen tot dat maximumbedrag. Schonk u bijvoorbeeld in 2022 aan uw kind € 50.000 voor zijn of haar eigen woning? Dan kunt u in 2023 nog ongeveer € 56.000 extra schenken. Vergeet dan niet om ook voor de tweede schenking een aangifte schenkbelasting te doen.

Let daarbij op dat dit extra bedrag ook aan de eigen woning moet worden besteed. Het hele bedrag hoeft niet direct aan de woning te worden besteed. De ontvanger van de schenking heeft twee jaar ná het jaar van de eerste schenking de tijd om het geld te besteden. In bovengenoemd voorbeeld heeft het kind tot en met 2024 de tijd om het hele bedrag te besteden aan de eigen woning.

5. Bedrijfsopvolging: nu of juist later?

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting en de daarmee samenhangende doorschuifregeling (DSR) in de inkomstenbelasting, wordt de komende drie jaar stapsgewijs aangepast.

Vanaf 2024 worden verhuurde onroerende zaken in een onderneming standaard aangemerkt als belegging. Ze vallen daardoor niet meer onder de BOR en DSR. Panden die worden verhuurd binnen de eigen onderneming, bijvoorbeeld aan een werkmaatschappij, vallen wel onder de BOR en DSR. Bedrijfsmiddelen die meer waard zijn dan € 100.000 en die zowel privé als zakelijk worden gebruikt, bijvoorbeeld een woon-winkelpand, vallen alleen voor het zakelijke deel nog onder de BOR en DSR. Dit is dus een aandachtspunt bij woon-winkelpanden met een hoge waarde.

Overweegt u om uw bedrijf op korte termijn te schenken en wilt u daarbij gebruikmaken van de BOR of DSR? Bekijk dan of het aantrekkelijk is dit nog in 2023 of 2024 te doen of te wachten tot 2025.

Lees ons eerdere artikel over de wijzigingen in de bedrijfsopvolgings­faciliteiten

6. Snel nog een turboliquidatie lege bv?

Per 15 november 2023 treedt de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie in werking. Deze wet maakt het ontbinden van een lege bv een stuk omslachtiger. Binnen veertien dagen na het ontbindingsbesluit moet u namelijk een aantal stukken openbaar maken door deze te deponeren bij de Kamer van Koophandel. In onze blog leest u meer over deze nieuwe regels.

Heeft u nog een lege bv? Dan adviseren wij om deze vóór 15 november 2023 op te heffen. Dit bespaart de kosten van het opstellen van de nieuwe financiële verantwoording.

Een belangrijke voorwaarde om dit verlies te mogen nemen is dat de bv, binnen drie jaar na het staken van haar activiteiten, moet zijn uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel. Bij de invoering van deze eis is een speciale regeling getroffen voor ondernemingen die al voor 1 januari 2021 zijn gestaakt. Deze bv’s moeten uiterlijk dit jaar nog worden ontbonden om het liquidatieverlies te mogen nemen.

7. Heroverweeg uw fiscale eenheid vennootschapsbelasting

De tarieven voor de vennootschapsbelasting blijven in 2024 gelijk aan de tarieven van 2023. Dit betekent dat een winst tot € 200.000 wordt belast tegen een tarief van 19% en het meerdere wordt belast tegen 25,8%.

Bezit u meerdere bv’s? Dan kunt u via een fiscale eenheid winsten en verliezen onderling verrekenen. Tegen dit voordeel staat wel dat u slechts één keer van de lage tariefschijf profiteert. Heroverweeg daarom uw fiscale eenheid en ontbind deze, indien gewenst, tijdig. Wilt u de verbreking per 2024 realiseren? Dan moet het verzoek vóór 1 januari 2024 zijn ontvangen door de Belastingdienst.

Let op: overleg altijd eerst met uw fiscaal adviseur voordat u de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting verbreekt. Of neem vrijblijvend contact met ons op om de voor- en nadelen van het aangaan of verbreken van een fiscale eenheid te bespreken.

8. Denk na over uw vrije ruimte binnen de werkkostenregeling

Benut voor 2023 uw mogelijkheden optimaal binnen de WKR. In 2024 wordt de maximale vrije ruimte namelijk weer verlaagd naar 1,92% tot een loonsom van € 400.000. Over het meerdere blijft de vrije ruimte, net als in 2023, 1,18%.

Heeft u de vrije ruimte van 2023 nog niet (volledig) benut? Dan kan het interessant zijn om in plaats van een nieuwjaarsbonus in 2024 een eindejaarsbonus in 2023 uit te keren. Uw werknemer houdt er dan meer aan over en wellicht kost het u als werkgever minder.

Daarnaast wordt in 2024 de onbelaste reiskostenvergoeding verruimd naar € 0,23 per kilometer. Ook wordt reizen met het openbaar vervoer gestimuleerd. In 2024 is het ter beschikking stellen van een OV-chipkaart door de werkgever of de vergoeding voor de aanschaf van een OV-chipkaart aan een werknemer vrijgesteld. Het privégebruik van de OV-chipkaart wordt gericht vrijgesteld.

9. Willekeurig afschrijven op nieuwe bedrijfsmiddelen

In 2023 kunt u op nieuwe bedrijfsmiddelen 50% willekeurig afschrijven op de aanschaf- en/of voortbrengingskosten. De overige 50% van de nieuwe bedrijfsmiddelen mag u op de reguliere wijze afschrijven. De regeling geldt alleen als de verplichting tot de aanschaf van de bedrijfsmiddelen in 2023 is aangegaan en/of dat er in 2023 voortbrengingskosten zijn gemaakt. De regeling geldt voor zowel de inkomstenbelasting als voor de vennootschapsbelasting.

Maakt u in 2023 gebruik van de regeling voor willekeurige afschrijving? Dan betekent dit wel dat u in de daaropvolgende jaren minder kunt afschrijven, waardoor u wellicht te maken krijgt met hogere belastingheffing. Overweeg daarom in 2023 willekeurig af te schrijven als dit voordelig voor u is.

Let op: door het toepassen van de willekeurige afschrijving kunnen tijdelijke verschillen ontstaan tussen de commerciële en fiscale boekwaarde van de bedrijfsmiddelen.

Lees ons eerdere artikel over de willekeurige afschrijving aanschaf- en/of voortbrengingskosten.

10. Hogere lijfrentepremieaftrek

Sinds 1 juli 2023 is de nieuwe pensioenwetgeving ingegaan. Het verruimen van de mogelijkheden om af te storten in een lijfrente- en/of bankspaarproduct is hier een onderdeel van. Voorheen kon, afhankelijk van de situatie, maximaal € 15.317 aan jaarruimte en eventueel € 8.065 aan extra reserveringsruimte worden benut. Met invoering van de nieuwe pensioenwetgeving zijn deze bedragen opgerekt naar maximaal € 34.550 (respectievelijk € 38.000).

De premie die u betaalt voor uw lijfrente of bankspaarproduct kan aftrekbaar zijn in uw aangifte inkomstenbelasting 2023. Daardoor kan het interessant zijn om in 2023 extra te storten in uw lijfrente- en/of bankspaarproduct. Laat u vooraf informeren wat het maximale bedrag is dat u in aftrek kan brengen in uw aangifte inkomstenbelasting. Zo voorkomt u dat een gedeelte van de premie niet aftrekbaar is.

Vraagt u zich af hoe u dit jaar nog van bepaalde regelingen kunt profiteren? Of is het juist verstandig om even te wachten tot 1 januari? Wij adviseren u graag. Neem vrijblijvend contact met ons op.

Elise van den Breevaart

010 2921870